Het Winkelveld-bos wordt op een ecologische wijze beheerd. Dat houdt in eerste plaats in dat er enkel inheemse planten zijn  aangeplant en er geen gebruik wordt gemaakt van bestrijdingsmiddelen of bemesting.  Ook de imkerij maakt deel uit van dit project. 

De wijze waarop de bomen worden onderhouden heet houthakbeheer. Naast de bomen die hout opbrengen staan er ook inheemse hoogstammen die hun vrije groei mogen ontwikkelen. De houthakbosjes, worden om het aantal jaren gedeeltelijk gehakt. Dat ziet er zeer ingrijpend uit maar geeft de bomen de kans zich goed te herstellen. Een vorm van bosbeheer dat in de middeleeuwen al werd toegepast voor zowel brandhout als functioneel hout.  Meer uitleg hieronder.

De knotwilgen op de perceelsgrens worden om de 6 jaar geknot naargelang de groei. Deze zullen op termijn na het vormen van de bekende knotten een woonplaats bieden voor vogels en uiltjes die graag nestelen in de holle knotten. Wist u dat knotbomen niet enkel uit wilgenhout worden gecultiveerd maar  uit verschillende rassen. Zo vind u aan de straatkant zomereiken knotten. Maar ook andere soorten werden vaak geknot. Eerste jaars takken werden vaak gebruikt in de rietmanderij en als veevoer in strenge winters. Tweede jaars hout werd vaak gebruikt als steelhout voor gereedschappen. Hout dat langer groeide werd voor allerhande houten objecten gebruikt en als brandhout. Wilgenhout is een lichte, smaakloze en witte houtsoort met een lage duurzaamheid maar zeer snelle groei. Soms tot 4cm per jaar. Uit de bast wordt Salicine (zuur) gehaald, de werkende stof in asperine. In oude tijden werd er op de bast gekauwd als pijnstilling, koortswering en wrattenbestrijding. 

 

HAKHOUTHOUTHAK 

Hakhoutbeheer is een vorm van beheer waarbij de stam op jonge leeftijd regelmatig wordt afgezet tot op de stoof of stobbe (10cm boven de stambasis). Nieuw hakhout wordt best de eerste maal afgezet 7 jaar na aanplanting. Vroeger afzetten is niet verstandig omdat het wortelstelsel dan nog onvoldoende ontwikkeld is. De omlooptijd (de tijd tussen twee knot- of hakbeurten) is soortafhankelijk: trage groeiers zoals eik om de 7 à 8 jaar, snelle groeiers als gewone es en wilg mag je om de 5 jaar afzetten. Een kortere omlooptijd is af te raden omdat u dan de plant gaat uitputten. De takken worden schuin afgezaagd om insijpeling van regenwater en inrotting tegen te gaan. Hakhoutbeheer wordt in de herfst en winter uitgevoerd.  Zowel op houtkanten als bosjes kan u hakhoutbeheer toepassen. Fijne takken die niet geschikt zijn voor brandhout worden niet verhakselt maar vergaan naast de boom waarvan ze komen. Zo keren de voedingsstoffen terug en kunnen zwammen en paddestoelen en insecten zich tegoed doen aan het rottende materiaal.

HEGGEN

De heg is een snoeivorm waarbij de struiken enkel wordt ingekort indien ze te groot wordt. Het is dus geen mooi gevormde snoeihaag maar een natuurlijk als mogelijk zichzelf vormende heg. In ons geval wordt ze dus enkel gesnoeid als ze de bovenkabels van het electriciteitsnet kunnen raken.  We doen dit enkel als het nodig is omdat een pasgesnoeide haag het volgende jaar niet tot weinig bloeit. Ze is samengesteld uit sterk bloeiende inheemse struiken die veel nectar opleveren. 

Op het winkelveld-bos is de bestaande heg ter hoogte van Cafe De Zavelput met zo'n 15 meter verlengt met bijenvriendelijke struiken. 

KNOTTEN


Een boom die op jeugdige leeftijd is afgetopt op een hoogte van gemiddeld 2 meter en waar opnieuw takken op groeien op een bolvormig gedeelte van de stam (de knot) wordt een knotboom genoemd. De takken worden periodiek afgezaagd. Op het winkelveldbos is gekozen voor een knothoogte van ca 1m. Zodat men vanaf de grond de bomen kan knotten. Knotten hebben de neiging om naar boven uit te groeien. De boom zal zichzelf opnieuw verjongen op de oude knot. Bij wilg ontstaan er holtes doordat het dode hout vermolmd. Dit bied vele schuilplaatsen en nest plaatsen voor vogels. In het bijzonder de steenuil nestelt graag in holle knotten. 

BLOEMENWEIDE

Het bloemenveld bestaat uit inheemse spontaan opgekomen grassen en kruid gemengd met Inheems bloemenzaad. We hebben bewust gekozen voor inheems zaad omdat vele rijke gebloemde bloemenweide uitheemse bloemen bevatten die voor onze honingbij en vele wilde bijen geen nuttig stuifmeel opleveren. Vele wilde bijen zijn namelijk in enkele inheemse rassen gespecialiseerd.  Het resultaat is dan wel niet zo spectaculair maar een feestmaal is het voor onze insecten wel. Zowel insecten als hun jagers zullen zich hier spontaan vertonen. Voor een gezonde bloemenweide moet de grond verarmd worden (ontdaan van een teveel aan voedingsstoffen aangebracht door eerder landbouw). Dit doen we door één of tweemaal te maaien en het hooi af te voeren. Merendeel van de bloeiers zijn éénjarig maar zaaien zichzelf weer uit voor het komende jaar.   

Related Articles